Sate pentol ayam

Sate pentol, ook wel pentoel/prentoel/pentul genoemd, is gehakt (waarvan meestal kleine balletjes zijn gedraaid) aan een stokje. Dat gehakt kan van varken, rund of kip. Ik ga voor de kip dit keer, sate pentol ayam dus. O, en ik maak geen kleine balletjes, maar een soort van worstje. Lijkt qua uiterlijk eigenlijk meer op sate Bali dan, maar, weet je, ik doe vandaag geen kniesoor.

Eigenlijk moet deze pentol, net als alle andere satees, boven houtskool geroosterd worden. Maar ja, mij zie je niet buiten wanneer het koud is, dus moet er een plan B komen: de oven met grill-functie, of, ik durf het bijna niet te schrijven, de frituur (ai-ai-ai, sate uit de frituur, how low can you go).

Het grappige van sate pentol ayam is dat de structuur van het vlees onherkenbaar is, dankzij de blender. (Wij kopen dus geen kant en klaar kipgehakt, niks daarvan, wij maken dat zelf van kipfilet.) En het wordt uiteindelijk een lekkere (duh) sate, krokant aan de buitenkant en eh, luchtig (?) en mals van binnen. Ik moet nog even nadenken over een betere omschrijving want ‘luchtig’ is niet helemaal wat ik bedoel…
Nou ja, je moet ’t zelf maar proeven, dat is het beste voor iedereen.

Er schiet mij nog even iets te binnen over gebruikte satestokjes: waar laten wij ze? Ik ben wellicht niet helemaal normaal (dat is een beste understatement, Slomo!) maar ik kan er echt niet tegen dat ze zomaar, los, in een vuilniszak worden gegooid. Niet doen he.

Flesje prik.

Enfin, laten we wat gaan wat doen, boodschappenlijstje maken. Wat hebben wij nodig?

400 gram bruikbare kipfilet
1 kleine ui
2 teentjes knoflook
2 geroosterde kemiri’s
1/2 blokje kipbouillon
1/2 theelepel trassi
1/2 theelepel ketoembar
1/2 theelepel djinten
1/4 theelepel zout
1/4 theelepel peper
1/2 theelepel citroensap
1 theelepel gula djawa
1 theelepel sambal oelek
1 eetlepel ketjap manis
40 gram geraspte kokos
1 ei
1/2 theelepel assem
4 eetlepels paneermeel (ongekruid)
4 eetlepels Panko (broodkruim – te koop bij de toko)

Panko, wie kent het niet?

Stap 1, satestokjes
Zet een stuk of 30 satestokjes in een glas water, of leg ze in een bakje met water, en laat ze daar minstens een uur in staan.

Stap 2, kemiri’s
Leg 2 kemiri’s in een schone en droge koekenpan en rooster ze op een laag vuurtje een beetje bruin, wel af en toe omkeren – dat kan gerust een minuut of 10 duren. Laat ze daarna afkoelen op het aanrecht.

Stap 3, kipfilets
kipfilets afspoelen en vieze stukken wegsnijden (ik heb voor dit recept precies 400 gram schoongemaakte kipfilet gebruikt), klein snijden, in de blender stoppen en fijnmalen. Vervolgens de kip in een grote bak of kom scheppen en dan 1 ei en een halve theelepel assem toevoegen: goed vermengen die boel.

Stap 4, boemboe
1 kleine ui
2 teentjes knoflook
2 geroosterde kemiri’s
1/2 blokje kipbouillon
1/2 theelepel trassi
1/2 theelepel ketoembar
1/2 theelepel djinten
1/4 theelepel zout
1/4 theelepel peper
1/2 theelepel citroensap
1 theelepel gula djawa
1 theelepel sambal oelek
1 eetlepel ketjap manis

Bovenstaande ingrediënten fijnmalen/fijnwrijven in de blender en/of cobek (je moet er voor zorgen dat echt alles tot moes is). Vervolgens verhit je 2 eetlepels olie in de wadjan en dan fruit je de boemboe gedurende een minuut op niet al te hoog vuur . Daarna zet je het gas op laag en gooi je de geraspte kokos erbij, goed vermengen en dan nog zo’n minuut tot anderhalve minuut alsmaar blijven omscheppen. Klaar.

Zet het gas uit, schep de boemboe op een bord, laat het afkoelen en meng ’t door de kip – gebruik gerust je favoriete kneedhand want dat mengen moet echt goed gebeuren. Proef daarna even een klein hapje om te checken of er nog zout bij moet (als je geen rauwe kip wil proeven – gelijk heb je – bak je even een plukje in de wadjan).

Tot slot toevoegen: 4 eetlepels Panko en 4 eetlepels paneermeel, goed vermengen en dan doe je het gehakt in een bakje, deksel erop en een nachtje in de koelkast laten staan – kan wel korter, maar hoe langer hoe beter.

Kipgehakt helemaal klaar, in een bakje doen, deksel erop en een nachtje in de koelkast.

Stap 5, sate maken
Allereerst moet je de oven aanzetten op standje Grill-functie en 250 graden, bakplaat en rooster moeten eruit. Bakplaat heb je niet nodig, rooster straks wel.
Schep een beetje gehakt uit het bakje – als je er een balletje van zou rollen moet ‘ie groter zijn dan een walnoot, maar kleiner dan een pingpong balletje – en kneed dat gehakt in de vorm van een worstje. Hoeft beslist niet netjes hoor, sterker nog, het mag niet netjes; gewoon een ruwe vorm van een kort worstje kneden en dan hup, een satestokje er doorheen draaien (let op, de punt van het stokje mag niet uit het worstje steken).

Kijk dan wat een slordige worstjes, prachtig!

Kwast een beetje olie op de worstjes en leg de sateetjes op een ovenrooster, leg een strookje aluminiumfolie op de blootliggende stokjes leggen (tegen het verbranden) en schuif het rooster in de op een na hoogste frame onder de grill. Ik laat ze zo’n 6 minuten zo staan, daarna haal ik het rooster er even uit om de sateetjes om te draaien en dan gaat het weer terug onder de grill voor nog eens zo’n 6 minuten. Soms draai ik ze daarna nog een beetje voor nog een paar minuten. En dan klaar. Overigens, als jij een andere manier hebt om ze mooi bruin te krijgen, moet je dat vooral doen. Let niet teveel op mij.

Net uit de oven.

Bord of schaal klaarzetten, de bodem bedekken met stukjes kleingesneden ijsbergsla, garneren met plakjes tomaat en gekookt ei, en de sateetjes leg je op de ijsbergsla. Pindasaus er overheen scheppen (lekker veel), daar overheen gebakken uitjes strooien, serveren, en smullen!
Adviestip: schep een beetje pindasaus over de ijsbergsla voordat je de sateetjes er op legt, dan blijft er wat sla aan je sateetje kleven en dat is lekker in je mond.