Pindasaus 2.0 enak sekali

Er zijn recepten die onderhevig zijn aan voortschrijdend inzicht van de auteur (je zou ook kunnen zeggen dat slomo niet weet wat ‘ie wil, maar dat klinkt niet zo elegant) en worden daardoor in de loop van de tijd aangepast. Zo’n verandering is doorgaans miniem en kan te maken hebben de bereidingswijze, de keuze van gebruikte ingrediënten, of hoeveelheden. Het is in ieder geval in alle gevallen een verbetering. Vind ikzelf.

In het kader van Slomo’s Slogan: ‘Wij veranderen niet om te veranderen, maar wij veranderen om te verbeteren’ presenteren wij vandaag: Pindasaus 2.0 enak sekali. Makkelijk te bereiden en, de naam zegt het al, hart-stik-ke lekker.

Tot slot nog even een aanmoediging voor iedereen die denkt niet te kunnen koken: dit recept is een makkie, gewoon proberen, lukt al-tijd. Slomo zegt, laat je niet tegenhouden door die eeuwige twijfel, verman jezelf en onthou de drie D’s: Durven, Doen en Damnwateenlekkersausje!

Ingrediënten
200 gram Calve pindakaas met stukjes pinda
santen: 70 gram kokoscreme (van een blok) opgelost in 350 gram water
3 theelepels ketjap manis
halve theelepel rijstazijn
kwart theelepel citroensap uit een plastic citroen
1 theelepel gula djawa
2 theelepels arachideolie

Plastic citroen, rijstazijn, ketjap manis en gula djawa.

Nog even dit:
of je nou een beginnende of ervaren kok bent, wanneer je gaat koken aan de hand van mijn recept is het handig om je te houden aan de opgegeven hoeveelheden omdat je anders de beoogde smaak niet krijgt. Om die reden zijn maatlepeltjes onmisbaar (bij het schrijven van recepten gebruik ik ze immers zelf ook) dus zorg ervoor dat je in ieder geval de eetlepel, theelepel en kwart theelepel in huis hebt.

Eetlepel, theelepel en kwart theelepel.

Boemboe
2 teentjes knoflook
30 gram gepelde sjalotjes
iets minder dan een halve theelepel zout
de helft van een kwart theelepel kentjoer (ja, je leest het goed)
3/4 theelepel djahe (3x een kwart theelepel dus)
1 theelepel sambal trassi

Djahe, kentjoer, zout, sambal trassi, knoflook en sjalot.

Stap 1
Maak de santen: snij 70 gram kokoscreme klein en gooi het in een maatbeker (of zoiets), voeg er 350 gram kokend water aan toe, even goed roeren en dan wegzetten.

Stap 2
Alle ingrediënten voor de boemboe, samen met 3 eetlepels water, fijnmalen in de blender.

Note: ik gebruik altijd water om het blenderen te vergemakkelijken – als ik dat niet doe zitten er na slechts een paar tellen al grote stukken sjalot en knoflook tegen het ruitje geplakt en die blijven daar zitten ook. Met water erbij glijden ze onherroepelijk weer terug naar beneden in de messen en dat is wat ik wil. Dat water verdampt wel weer tijdens het fruiten/bakken van de boemboe in de wadjan. (Of je gebruikt de cobek, ja.)

Spetters boemboe die op en rond de messen blijven plakken schraap ik eraf met een flexibele spatel, ik verspil niks!

Stap 3
Zet de wadjan op de grootste pit, gas op bijna half hoog, en fruit de boemboe in 2 theelepels arachideolie gedurende 4 minuten – de boemboe mag niet debiel spetteren. Zodra je met je spatel een paadje in de boemboe kunt trekken dat niet onmiddellijk weer dichtloopt, ben je klaar. Of anders gezegd, zodra je een Mozes-spatel blijkt te hebben, ben je klaar voor de volgende stap.

Stap 4
Zet het gas op laag en voeg toe:

kwart theelepel citroensap (uit een plastic citroen)
een halve theelepel rijstazijn
3 theelepels ketjap manis
1 theelepel gula djawa

(Wanneer je hoeveelheden aan het afmeten bent, moet je dat nooit boven de wadjan doen.)

Gas iets hoger nu en alles goed vermengen gedurende ca 30 seconden en dan de santen erbij.

Santen toegevoegd, alle stukjes kokoscreme moet oplossen tijdens het aan de kook brengen.

Stap 5
Nadat je de santen hebt toegevoegd, breng je de hele bende al roerend aan de kook. Zodra het kookt, zet je het gas op laag en mik je de pindakaas erbij. Alsmaar blijven roeren totdat je een mooie, gladde pindasaus hebt. Gas uit en geef de pindasaus even de tijd om in te dikken. Al.

Mooie, gladde pindasaus.

Adviestip: zet een bak of pot gefruite uitjes (kant en klaar te koop bij toko en supermarkt) op tafel bij de pindasaus – eigenlijk moet je altijd een vers (ongeopend) bakje gefruite uitjes in huis hebben, maar dat terzijde.

Genoeg voor een week. Almost.

Pindasaus opwarmen
Ik bewaar de pindasaus in een bak (in de koelkast) en als ik wat nodig heb, voor rempah bijvoorbeeld (klik op rempah voor de link), schep ik een paar eetlepels uit de bak in een pannetje en verwarm het dan al roerend (niet laten koken). Indien gewenst, kun je een beetje water toevoegen maar niet teveel want dat gaat ten koste van de smaak.

Niet weglopen tijdens het opwarmen!

En tot slot een paar voorbeelden…

Mij!

Rempah met pindasaus. Hartstikke lekker.

En tot slot: pindasaus bij orak arik, een lekker, Indisch groentegerecht…

Orak arik met pindasaus. Fantastisch.