Ik dacht dat ik een leuk verhaaltje ging schrijven over saucijzenbroodjes… maar er komt niets uit vandaag. Writers block, denk ik. Niks aan te doen, moet vanzelf weggaan. Ik ga maar even naar beneden, misschien wat inspiratie opdoen en gezellig koffie drinken met Lientje die al een uurtje of wat vreselijk druk doet met een radicale rommelopruimactie…
Ik loop de woonkamer binnen maar verder dan twee stappen kom ik niet, zakken, dozen, tassen, etc blokkeren mijn pad.
“Teeering, Mop, wat een bende, je kan je kont niet keren hier.”
“Ja, als jij nou even helpt in plaats van commentaar te leveren!”
“Okee, zeg maar wat ik moet doen.”
“Daar, die twee zakken, zet ze maar buiten.”
Ik pak de zakken en breng ze naar buiten. Mooi, 2 zakken minder al, gaat goed zo.
“En nu?” vraag ik enthousiast, ik heb er echt zin in gekregen. Ik pak een dichtgevouwen doos en vraag: “Deze ook weg?”
“Eeh… wacht even, ik moet eerst…” mompelt Lientje, ze zit op haar hurken met haar rug naar mij toe en is onduidelijke dingen aan het doen onder haar bureautje. Ik wacht geduldig op instructies.
“Djeezus dat ding wil niet los, Godsamme!” vloekt Lien.
“Zal ik ’t doen, mop?” Dat gedoe onder het bureau klinkt als een klus voor Muscle Man, terwijl Lientje meer tot de categorie Chicken Power behoort. Maar voordat ze antwoord kan geven, tuimelt ze grommend en kreunend naar achteren onder het bureau vandaan. Onderweg stoot ze haar kop, hoe kan het ook anders, maar lijkt daar niks van te merken.
“Kutding!” is alles wat ze zegt. Dan kijkt ze mij aan met een blik alsof ze wil zeggen: “En wat sta jij daar nou stom te grijnzen met die doos in je handen, wegwezen!”
Ik haal mijn schouders op, breng de doos weg en loop, nog steeds enthousiast, de kamer weer in. Ik zie een grote, wiebelige stapel papier op tafel en wijs ernaar, “Ook weg?”
Mop kijkt naar de stapel en schudt haar hoofd. “Waar heb je die doos gelaten?”
“Buiten,” zeg ik.
Mop zucht, “Ja, die moest dus naar boven, als je nou gewoon eerst even vraagt waar alles naar toe moet…”
“Zo is dat, mop,” zeg ik en wijs naar twee dikke ordners die naast de stapel papier staan, “en waar moet dat heen?”
“Dat blijft hier.”
“En die bakjes met meuk?”
“Blijft ook hier.”
“En dat krat met nagellakzooi?”
“Ook hier.”
“En die dvd’s?”
“Ook hier.”
“En dat rekje met pennen?
Lientje doet haar mond open om iets te zeggen maar ik ben haar voor: “En die spiegel?” Verschrikt kijkt ze achterom naar de spiegel, haar favoriete spiegel die de plek heeft ingenomen van mijn-antieke-spiegel-waar-ik-zo-vreselijk-aan-gehecht-was-maar-toch-echt-moest-verdwijnen. Lien krijgt geen kans om te reageren, ik wijs nu van alles en nog wat aan: “En die handtas? En de drinkbak van Max? En dat doosje paperclips? En die kapotte tennisbal? En die telefoon? En die boekenkast? En die tassen van Albert Heijn? En…”
Mopje is overduidelijk niet van plan om mee te werken aan mijn drakenstekerij, ze staat op en duwt mij de kamer uit, “Laat maar, Sjoerd, ik doe het zelf wel.”
“En ik?” roep ik vanuit de gang, “waar moet ik heen?”
“Ga jij maar naar buiten, ga maar bij die andere zakken staan!”
Enfin, ik heb de doos weer binnengehaald en meegenomen naar boven, waren we toch bijna de Kerstspullen kwijt.
Beter blijf ik gewoon hier op mijn kamer, receptje schrijven. Daar gaan we…
Ingrediënten
350 gram gemengd gehakt (moet gemengd want rundergehakt wordt te droog)
1 ei, geklutst
OPTIONEEL: 40 gram geraspte kokos (te koop bij de toko en supermarkten)
1 eetlepel groene bosuistengel in kleine, halve ringetjes gesneden
1 ui (niet zo’n debiel grote), kleingesneden
1 theelepel trassi, fijngesneden
2 teentjes knoflook, fijngesneden
2 theelepels sambal oelek
1/2 theelepel zout
beetje versgemalen peper
1/2 theelepel nootmuskaat
1 theelepel ketoembar
1/2 theelepel djahe
1 theelepel gula djawa
1 eetlepel ketjap manis
1 pakje bladerdeeg, 10 stuks
2 eitjes om eikluts van te maken dat op de broodjes gekwast moet worden
Stap 1, gehakt voorbereiden
Gehakt, ei, geraspte kokos en bosui goed vermengen in een bak.
Stap 2, boemboe maken
Ui met de trassi gedurende een minuut fruiten in 2 eetlepels olie op niet al te hoog vuur (ui moet glazig worden) en dan de knoflook, sambal, zout, peper, nootmuskaat, ketoembar, en djahe er bijgooien. Nog een minuut fruiten en dan gas uit.
Stap 3, gula djawa en ketjap
Roer de gula djawa en ketjap manis door de boemboe en schep alles op een bord om het af te laten koelen.
Boemboe op een plat bord om af te laten koelen
Stap 4, boemboe door het gehakt
Zodra de boemboe voldoende is afgekoeld, meng je ’t door het gehakt. Daarna schep je alles in een bakje, afdekken met vershoudfolie, deksel erop en dan een nachtje in de koelkast.
Vershoudfolie tegen het uitdrogen
Stap 5, worstjes (10 stuks) fabriceren van het gehakt
Zet een bord of bak op jouw elektronische keukenweegschaal en zet de weegschaal aan, als het goed is, zegt de display: 0 (nul, dus).
Schep het gehakt op dat bord of in die bak en kijk hoeveel ’t weegt. Onthou dat gewicht en pak daarvan telkens een tiende en maak daar een worstje van.
(Ha, tot op de gram nauwkeurig 10 gelijke porties!)
De laatste keer dat ik deze snack gemaakt heb, woog het gehakt, met alles er al in dus, 560 gram (dat kan trouwens ook zomaar ineens beduidend minder worden wanneer Rupsje Rakus in de buurt van het gehakt is, maar dat terzijde) dus kan ik elke keer 56 gram van het gehakt afhalen en zo maak ik dan 10 worstjes van dezelfde grootte.
Maak de worstjes niet langer dan de velletjes bladerdeeg hoog zijn (of breed, whatever) en maak de worstjes plat.
Platte worstjes in een saucijzenbroodje zijn prettiger om te eten. Echt.
Stap 6, saucijzenbroodjes vouwen
Leg een plat worstje op de linkerhelft van een velletje bladerdeeg en vouw het velletje, over het platte worstje heen, dicht. Druk de rand aan met een vork.
Soms heb ik weinig tijd en kneed dan een pluk gehakt slechts een beetje in de vorm van een worstje. Met een vork fatsoeneer ik ‘m terwijl ‘ie op het bladerdeeg ligt.
Note: bladerdeeg ontdooit razendsnel, haal ’t pas uit de vriezer wanneer je op het punt staat om worstjes van het gehakt te maken. Je kunt het beste werken met bladerdeeg dat nog maar net ontdooid is omdat de velletjes dan nog stevig en makkelijk te handlen zijn. Op elk velletje bladerdeeg zit aan 1 kant een beschermingspapiertje, op die kant, nadat je het papiertje hebt verwijderd, moet je de worstjes leggen.
Stap 7, oven voorverwarmen
Haal de bakplaat eruit en verwarm de oven voor op 220 graden.
Stap 8, eikluts
Kluts een ei PLUS 1 eigeel doorelkaar en giet ’t in een beker. Vind een kwastje en zet ‘m in de beker met eikluts, daarmee ga je zometeen de broodjes bestrijken.
Overigens, je mag wat mij betreft gerust 1 ei gebruiken, maar ik doe dat niet omdat de broodjes met slechts weinig eigeel bestreken niet zo mooi goudbruin worden in de oven.
Stap 9, bakplaat
Knip een passend vel bakpapier en leg ’t op de (koude) bakplaat. Leg alle saucijzenbroodjes erop en bestrijk de broodjes met de eikluts.
Tijdens het fotograferen loopt de eikluts langzaam naar beneden zoals je ziet, dat is niet de bedoeling dus heb ik dat later, voordat ze de oven ingingen, gefixt met een droog kwastje.
Stap 10, bakken
Zodra de oventemperatuur 220 graden is, schuif je de bakplaat op de middelste rail in de oven. Deurtje dicht, 20 minuten wachten, en dan klaar.
(In mijn oven – net nieuw overigens – duurt het maximaal 20 minuten, maar dat wil niet zeggen dat het in jouw oven precies zo is.)
Hahahai, lekker snoepen! Zoveel je kunt!
Hallo
Net als al uw gerechten,die ik heb gemaakt, errug lekker
Bedankt
Jij bent goed bezig, Wijnand.
Grrrroet van Sjoerd