Kentang blado – pittige, gekruide aardappelblokjes

Kentang blado vind ik echt een lekker aardappelgerecht en dat is merkwaardig aangezien ik beslist geen fan ben van de solanum tuberosum. Zo zie je maar weer dat het Indo-gezegde ‘met sambal wordt alles lekkerder’ niet uit de lucht gegrepen is. Dit bijgerecht is redelijk complex qua smaak: pedis, beetje gekruid, beetje zoet, en een beetje citrusachtig fris. Het is echt een feest van kleur en smaak. Kentang blado (vrij vertaald betekent dat ‘aardappel met pepers’) kan trouwens ook heel goed als snack (zelfs koud nog lekker) maar ook als hoofdgerecht – dat laatste zal ik je straks laten zien.

Terwijl ik dit stukje schrijf, zit ik lekker te lunsen van een restje van gisteravond.

Het goede nieuws is dat dit gerecht hartstikke makkelijk is om te maken. Het minder goede nieuws is: het is zo op. Zoals zo vaak met Indische bijgerechten sneuvelt bijna de helft al in de keuken omdat het gewoon te lekker is om niet voortdurend te proeven. Wanneer je dan ook nog gasten in huis hebt die om de haverklap komen informeren wat er toch zo lekker ruikt (en voor je het weet met hun vingers in de pan zitten), kun je het beste rekening houden met een 2e kookronde. You have been warned.

Tot slot nog even dit: kentang blado moet pittig (pedis) zijn. Echter, er kunnen omstandigheden zijn die verhinderen dat je helemaal los kunt gaan met de lomboks en rawits. Lientje bijvoorbeeld, zij is zo’n omstandigheid, zij kan niet tegen pedis. Slomo-pedis, bedoel ik dan. Dus wat te doen wanneer ik een blado-achtige maak? Aanpassen. (Of twee uitvoeringen maken.) Onderstaand recept is een gematigde versie zodat (bijna) iedereen het kan eten. Maar wat mij betreft gebruik jij gerust meer lomboks en rawits dan beschreven.

Keedan, wat hebben wij nodig:

500 – 550 gram geschilde, kruimige aardappels
1 spriet sereh
2 blaadjes salam
3 kleine blaadjes djeroek poeroet
15 gram verse laos in plakjes gesneden (nee, geen poeder!)
1 theelepel gula djawa
1 theelepel witte suiker
50 gram kleingesneden ui
een stuk of 7 petehbonen*

*) als je veel meer petehbonen gebruikt, wordt de smaak-balans verstoord en dat wil ik niet hebben. Niet doen dus.

Boemboe:
2 teentjes knoflook
1 ontvelde tomaat (ik zeg: ga voor de trostomaat)
2 rode lomboks
2 rode rawits
iets minder dan een halve theelepel zout
3 geroosterde kemiries

De smaakmakers. Op de voorgrond in het midden, in plakjes gesneden, ligt 15 gram verse laos.

Stap 1
Schil en kook de aardappels. Laat ze afkoelen (tot koud) en snij ze in blokjes. Overigens, je mag helemaal zelf bepalen hoe groot of klein je die blokjes snijdt. Wat wel van belang is, is de keuze qua aardappel. Wat mij betreft is de kruimige aardappel het meest geschikt. Uiteraard mag jij gerust een andere mening hebben – wij leven per slot van rekening in een vrij land – maar gebruik toch die kruimige aardappels maar.

Afkoelen op een rekje, dan komen er geen zachte plekken op de aardappels.

Nu weet ik toevallig dat er kant en klare aardappelblokjes te koop zijn, al dan niet voorgekookt. Echter, ik vind die blokjes te klein en niet echt lekker. Niet kopen dus want je krijgt er spijt van, geloof mij maar.

Links de kant en klare blokjes van de super (Boe!), rechts de ‘home made’ blokjes (Jeej!).

Stap 2
Kemiries roosteren in een droge pan totdat ze lichtbruin verkleuren.

Stap 3
Leg de lomboks en rawits met steeltjes er nog aan in kokend water (moeten helemaal onder) gedurende 5 minuten. Zo wordt het schilletje zachter en daar heb je tijdens het eten profijt van.

Stap 4
Buitenste blad van de spriet sereh verwijderen, bolle onderkant kneuzen en de spriet in 3 stukken snijden.

Stap 5
Ontvel de tomaat.

Stap 6
Alles voor de boemboe fijnmalen in de blender.

Stap 7
Snij de ui klein en fruit ’t in 2 theelepels olie op gematigd vuur gedurende ca anderhalve minuut – ui mag gerust hier en daar een beetje lichtbruin verkleuren. Vervolgens boemboe toevoegen samen met de sereh, djeroek poeroet, laos, salam en petehbonen. Even goed mengen en dan 40 gram water toevoegen. Gas iets hoger, de bende moet een beetje gaan borrelen, gula djawa en suiker erbij, en alsmaar goed vermengen totdat het water zo goed als verdampt is. Gas op laag nu en nog even roeren/omscheppen gedurende 1 minuut. Klaar. Gas uit. Schep alles in een kom, afdekken met vershoudfolie en 30 minuten laten staan.

Smaakmakers kunnen nog even ongestoord hun werk doen.

Stap 8
Eerdergenoemde 30 minuten moet je benutten om de aardappelblokjes te frituren. De truc is dat de ze net klaar zijn op het moment dat je begint met de volgende stap. (Je kunt desnoods, als niemand kijkt, die 30 minuten aanpassen als het jou beter uitkomt.) Hoe dan ook, laat de gefrituurde blokjes uitlekken in een vergiet met keukenpapier en strooi er zout naar smaak op.

Note: ik frituur de blokjes aardappel totdat ze bruin verkleurd zijn, dan worden ze straks, vermengd met de boemboe, niet gelijk zacht.

Gefrituurde aardappelblokjes, niet te licht, niet te donker, precies goed.

Stap 9
Pak het afgedekte kommetje met de boemboe, verwijder de sereh, djeroek poeroet, salam en laos. Zorg dat de wadjan schoon en droog is, schep de boemboe in de wadjan (wadjan op de grootste pit, gas op laag) en laat het warm worden. Kieper vervolgens de gefrituurde aardappelblokjes erbij en schep alles gedurende 1 minuut alsmaar om. Klaar.

Note: dit gerecht mag absoluut niet nat of papperig zijn, maar Captain Kirk-droog is ook niet goed; hoe langer je blijft omscheppen, hoe droger alles wordt dus ga er niet te lang mee door.

Kijk, kentang blado als hoofdgerecht…

Kentang blado met spinazie à la crème en balletjes gehakt. Geen verkeerde combi hoor.

Slomo stelt zich niet aansprakelijk voor schade aan toetsenborden of smartphones veroorzaakt door overmatige speekselproductie.